De appels zijn middelgroot tot groot en klokvormig. Het vruchtvlees is geelachtig wit tot wit, zeer stevig en knapperig, matig sappig, aangenaam zuur met een lichte zoetheid.
Als kleine jongen heeft Erwin gezworen om voor elke boom die werd gekapt achter zijn tuin, een nieuwe aan te planten. Maar niet zo maar één, neen, het zou telkens een fruitboom worden. Een voedselbos werd het resultaat. En dankzij het talent van zijn vrouw ("één uit de duizend", volgens Erwin) , wordt dit fruit omgetoverd tot lekkere confituur.